home | het wilde oog | architectuur | beeldende kunst | performance | vormgeving |
beuys
| projecten | contact

projecten Jet, Job & Jürgen - een vierluik- Deel 3 Mariënburgkapel, Nijmegen - Boltanski
Ik wil je troosten
Je bent gevonden na de oorlog.
Waar ben je gevonden ?
Hoe lang was je alleen ?
Was je aan het wachten ?
Was je aan het zoeken ?
Was je stil of jankte je als een dier ?
Ik weet dat wat jou overkomen is,
te groot is.
Dat je te klein bent
om zo alleen te zijn.

Je bent een jongetje
en zo jong
dat je je naam
nog niet kunt zeggen.

Het is bijna zestig jaar geleden
en van alle mensen die jij
in die zestig jaren ontmoet hebt
is er niet één aan wie je hebt kunnen vertellen
welke naam je kreeg
toen je geboren werd.

Ik wil je troosten,
ik schenk je een moeder.

Deze moeder heeft vaak over je gepraat.
Wanneer ze ergens liep waar ze het mooi vond
noemde ze jouw naam
dan was jij daar ook.
Je bent op veel plaatsen geweest.
Je ogen konden niet zien
wat de ogen van jouw moeder zagen en je voeten
liepen niet op dezelfde grond.
Je naam bestaat. Dat jij je naam kwijt bent,
dat jij hem niet kon zeggen tegen de vreemden
die jou vonden, betekent niet dat hij verdwenen is.
Op alle plaatsen waar jouw moeder was,
daar is jouw naam.

Jouw moeder keek graag naar langzame, lange boten.
Ze keek naar mannen
die machines bedienden en dacht:
‘Zou Fritzschen een machine bedienen ?
Zou hij buiten werken of binnen ?
Met zijn handen of met zijn hoofd ?
Zijn zijn handen zwart van het werk of houdt hij ervan
dingen op te zoeken in boeken ?’

Ze heeft zich afgevraagd hoe de vrouwen naar je keken.
Ze heeft zich afgevraagd hoe jij naar vrouwen keek.
En of je trouw was aan één vrouw.
Ik denk niet dat je het haar zou vertellen.
Of toch ?

tekst: Tjitske Jansen

boltanski
Je naam bestaat.
Dat jij je naam kwijt bent, betekent niet dat hij verdwenen is.
Op alle plaatsen waar jouw moeder was,
daar is jouw naam.
boltanski
terug